
Wezenloos turend door het raam
In het niets
Komt hij wel, komt hij niet
Is vandaag de dag.
Dat ik eindelijk eeuwig rusten mag?
De schoonheid, jeugd en aanzien voorbij
Verschrompeld en oud dat was zij
Maar de dood laat zich niet roepen, niet temmen, niet bevelen.
Een leven dient geleefd te worden. Er valt niets te bespelen.
Ik… ik zag haar echt
Het oude, afhankelijke, seniele voorbij
Ondanks haar jeugdigheid zag ik doorheen dat oude karkas
Naar wie deze dame echt is en was
Ik zag haar dansen als een kind van zeven
Trouwen en mama worden van negen
Ik zag haar huilen en werken en bidden
Och god, ik zag hoe vele mannen haar beminden.
Ze is voor mij het gelaat van het leven.
Ook al wacht ze iedere dag uit haar raampje in dat kleine Portugese steegje op de dood.
Ik had nog nooit zoiets moois gezien.
Het was het leven, en de dood, en de liefde bovendien.